SV | En Ik heb tot u gezonden al Mijn knechten, de profeten, vroeg op zijnde en zendende, om te zeggen: Doet toch deze gruwelijke zaak niet, die Ik haat. |
WLC | וָאֶשְׁלַ֤ח אֲלֵיכֶם֙ אֶת־כָּל־עֲבָדַ֣י הַנְּבִיאִ֔ים הַשְׁכֵּ֥ים וְשָׁלֹ֖חַ לֵאמֹ֑ר אַל־נָ֣א תַעֲשׂ֗וּ אֵ֛ת דְּבַֽר־הַתֹּעֵבָ֥ה הַזֹּ֖את אֲשֶׁ֥ר שָׂנֵֽאתִי׃ |
Trans. | wā’ešəlaḥ ’ălêḵem ’eṯ-kāl-‘ăḇāḏay hannəḇî’îm hašəkêm wəšālōḥa lē’mōr ’al-nā’ ṯa‘ăśû ’ēṯ dəḇar-hatō‘ēḇâ hazzō’ṯ ’ăšer śānē’ṯî: |
En Ik heb tot u gezonden al Mijn knechten, de profeten, vroeg op zijnde en zendende, om te zeggen: Doet toch deze gruwelijke zaak niet, die Ik haat.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ik heb tot u gezonden al Mijn knechten, de profeten, vroeg op zijnde en zendende, om te zeggen: Doet toch deze gruwelijke zaak niet, die Ik haat.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!